• out·sour·cing
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord outsourcing
verkleinwoord

de outsourcingv / m

  1. het niet meer zelf iets doen, maar het laten doen door een extern bedrijf
    • Wij doen nog niet aan de outsourcing van het tuinonderhoud.  
  2. (bedrijfskunde) de uitvoering van een proces als gevolg van een strategische keuze door een organisatie, om één of meer bedrijfsactiviteiten uit te besteden aan een dienstverlenende onderneming of toeleverancier
    • Willem Debeuckelaere, voorzitter van de Privacycommissie, vindt de beslissing van het Indiase Hooggerechtshof ook voor België belangrijk, want India is een belangrijk centrum van dataverwerking. ‘Hoe zij omgaan met privacy kan impact op ons hebben, zeker omdat er veel outsourcing richting India is. De Europese wetgeving beschermt burgers tegen datamining om sociale profielen te ‘bouwen’, of dat nu in China of Zuid-Korea plaatsvindt. Maar we moeten eerlijk zijn: procederen in die landen is moeilijk. Artificiële intelligentie staat ook niet stil. Zullen we het weten als bedrijven op basis van openbare gegevens internationaal profielen gaan ‘mijnen’?’ [1] 
    • In de moeizame discussie over het afstoten (outsourcing) van de gemeentelijke afdeling Ruimte heeft de gemeenteraad het heft in handen genomen. Vijf fracties (Democraten.Nu, CDA, VVD, LAS en ChristenUnie), samen een ruime meerderheid in de raad, hebben het college een brief gestuurd. Met de opdracht te bezien of de buitendienst een zelfstandig bedrijf kan worden, met de gemeente als aandeelhouder. Zo'n constructie is vergelijkbaar met het Sportbedrijf. [2] 
  1. de Standaard ZATERDAG 26 AUGUSTUS 2017
  2. Tubantia 04-03-2017