Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·be·ste·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitbesteding uitbestedingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de uitbestedingv [2]

  1. het uitbesteden
  2. (bedrijfskunde) de uitvoering van een proces als gevolg van een strategische keuze door een organisatie, om één of meer bedrijfsactiviteiten uit te besteden aan een dienstverlenende onderneming of toeleverancier
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen