• drop-out
  • van Engels  dropout zn , in de betekenis van ‘mislukkeling’ aangetroffen vanaf 1970 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord drop-out drop-outs
verkleinwoord

de drop-outm

  1. iemand die buiten de boot valt, iemand die zich min of meer buiten de maatschappij stelt
    • De chipmachinefabrikant stopt jaarlijks bijna een miljoen euro in hun bedrijfsfonds - geld dat vooral wordt besteed aan onderwijsprojecten in de landen waar het bedrijf actief is: van het verminderen van drop-outs in de Verenigde Staten en de opvang van migrantenkinderen in China en Taiwan tot het steunen van de IMC Weekendschool in Eindhoven, die aanvullend onderwijs voor kinderen uit achterstandswijken organiseert.[2] 
    • Guido van de Werve (35), beeldend kunstenaar. 'Why I Never Became a Dancer (1995) van Tracey Emin is een werk dat ik graag wil terugzien. Toen ik het werk zag, in 2003, was ik zelf aan het afstuderen. Emin groeide op in een white trash dorp in Engeland. Ze was een school drop-out. Toen ze op haar dertiende meedeed aan een danscontest, werd ze uitgejoeld voor slet. In dit werk neemt ze wraak door toch te dansen. Ik vind het bijzonder hoe ze iets persoonlijk weet om te zetten in iets openbaars. Hoewel het een specifiek verhaal is, is het toch iets dat veel mensen roert.'[3]  
95 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]