• fall-out
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord fall-out fall-outs
verkleinwoord

de fall-outm

  1. aanduiding voor het stralingsgevaar dat wordt gevormd door neerdalend stof dat in de minuten tot dagen na een kernexplosie in de atmosfeer of aan het aardoppervlak als radioactief stof neerdaalt rond het explosiepunt of (door verspreiding in de lucht en op de wind) ver daarvandaan
    • De beide bommen hadden een kracht van vier megaton, de dodelijke fall-out zou zelfs New York City bereikt kunnen hebben. Schlosser ontdekte ook dat er tussen 1950 en 1968 alleen al meer dan 700 'significante' ongevallen en incidenten met nucleaire wapens zijn voorgevallen. De Verenigde Staten hebben publiekelijk altijd ontkend dat er ooit een gevaar is geweest voor de bevolking bij nucleaire testen. [1] 
    • "Nou", zegt De Wijk, "dan kan ik me voorstellen dat er een symbolische aanval van Amerika volgt. En dan niet op nucleaire complexen, want dat zou een fall-out teweegbrengen van heb ik jou daar. Ik denk eerder aan militaire doelwitten." [2] 
82 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tubantia T. Thijs 20 september 2013 VS ontsnapte als bij wonder aan atoomramp
  2. Tubantia M. van Assen 15 april 2017 Rob de Wijk: Ik vind het bloedlink
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be