outfit
- out·fit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | outfit | outfits |
verkleinwoord | outfitje | outfitjes |
de outfit m
- uitrusting, m.n. kleding die men draagt of bij zich heeft
- Wetend dat je er in ieder geval fantastisch uitziet. Zo kun je je concentreren op waar het werkelijk om gaat en hoef je je geen zorgen te maken over je outfit.
- ▸ De outfit komt 'met alle toeters en bellen', inclusief de aanpassingen die Whitney zelf heeft gedaan. In het grijze pak dat de zangeres onder de outfit droeg, zitten zelfs nog wat gaten die er tijdens de opnames zijn ingekomen. Ook missen er daardoor wat chromen balletjes die aan het pak zaten.[2]
- ▸ De mannenrok, bodypaint en een jurk van Marilyn Monroe: op het Met Gala van het Metropolitan Museum of Art in New York probeerden aanwezige beroemdheden gisteravond niet alleen de dresscode eer aan te doen. Ze maakten met hun outfits ook uiteenlopende statements.[3]
- Het woord outfit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "outfit" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "outfit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Filmoutfit Whitney Houston uit The Bodyguard onder de hamer” (20-08-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron Susan Sjouwerman“Op rode loper van het Met Gala is niet alleen de dresscode belangrijk” (3 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: outfit (VK) (hulp, bestand)
- IPA:
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to outfit |
he/she/it | outfits |
verleden tijd | outfitted |
voltooid deelwoord |
outfitted |
onvoltooid deelwoord |
outfitting |
gebiedende wijs | outfit |
outfit
- overgankelijk outilleren, uitrusten van iets voorzien
- onovergankelijk zich toerusten, zich uitrusten
enkelvoud | meervoud |
---|---|
outfit | outfits |
outfit