lock-out
- lock-out
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lock-out | lock-outs |
verkleinwoord | - | - |
de lock-out m
- (economie) collectieve actie van werkgevers waarbij bedrijven tijdelijk worden gesloten, zodat alle werknemers geen inkomsten meer hebben
- ▸ Het ging niet meer, zoals vroeger, om looneisen maar om de hele arbeidssituatie: het politiek en maatschappelijk bestel en het absolute gezag van de werkgevers werden de inzet. Er heerste een permanente onverzoenlijkheid tussen de klassen. De lock-out die de bedrijfsleiders vroeger een paar keren aarzelend hadden uitgeroepen was nu een gewoon verweermiddel.[2]
- ▸ Wall Street sloot november overigens ook met een fractioneel herstel af, in tegenstelling tot de beurzen in West-Duitsland die onder druk stonden van stijgende rente en sociale onrust (staalstaking en lock-outs).[3]
- Het woord lock-out staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ lock-out op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Mijn land in de kering 1830-1980. Deel 1: Een ouderwetse wereld 1830-1914.”, 2e druk (1978), Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Amsterdam, p. 197
- ↑ Weblink bron “Amsterdamse beurs ets in herstel bij geringe activiteit” (2 december 1978) op nrc.nl