muggenziften
- Geluid: muggenziften (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmʏɣə(n)ˌzɪftə(n) / (4 lettergrepen)
- mug·gen·zif·ten
- samenstelling van mug zn en ziften ww met het invoegsel -en- , verwijzing naar de Bijbel, Matteüs 23:24, in de betekenis van ‘haarkloven’ voor het eerst aangetroffen in 1630 [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
muggenziften |
muggenziftte |
gemuggenzift |
zwak -t | volledig |
muggenziften [3]
- onovergankelijk vitten op kleinigheden
- haarkloven, insectencopulatie, kommaneuken, mierenneuken
- chicaneren, spijkers op laag water zoeken
1.
- Het woord muggenziften staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muggenziften" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ muggenziften op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "muggenziften" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be