• mor·gen·ster
  • van Middelnederlands morgensterre, op te vatten als samenstelling van  morgen zn  en  ster zn  [1]
    • [1] omdat de planeet Venus   net voor zonsopgang met het blote oog te zien is
    • [2] vanwege de stervormige kelk die zich vroeg in de ochtend opent [2]
    • [3] omdat deze voddenrapers vroeg actief zijn omdat er dan meer kans is iets van waarde te vinden [2]
    • [4] omdat deze schoonmakers vroeg actief zijn omdat hun werk af moet zijn voordat de schoongemaakte ruimtes gebruikt worden [2]
    • [5] (spottend), omdat de vorm aan een ster doet denken
[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord morgenster morgensterren
verkleinwoord morgensterretje morgensterretjes

de morgensterv / m

  1. (astronomie) benaming voor de planeet Venus
  2. (plantkunde) (voeding) (medisch) benaming voor planten uit het geslacht Tragopogon  , deel van de composietenfamilie (Compositae   oftewel Asteraceae  )
  3. (informeel) benaming voor iemand die 's ochtends in afval zoekt naar zaken die nog waarde hebben
  4. (informeel) (beroep) benaming voor iemand die vroeg in de ochtend kantoren of schoollokalen schoonmaakt
  5. (militair) (middeleeuwen) knots voorzien van scherpe metalen punten
    Wordt soms verward met de goedendag en de strijdvlegel