middeleeuwen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: middeleeuwen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmɪdəɫe:wə(n)/, /ˈmɪdəɫɪ:wə(n)/
Woordafbreking
- mid·del·eeu·wen
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud, samenstelling van middel zn en eeuwen zn , in de betekenis van ‘tijdperk tussen Oudheid en nieuwe tijd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1756 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | middeleeuwen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
middeleeuwen mv
- (geschiedenis) de periode tussen ongeveer 300 n.Chr. tot 1500 n.Chr.
- In de middeleeuwen zag het dagelijks leven van de mensen er totaal anders uit dan nu.
- ▸ `Zwarte Piet' of 'Pietje Pik', zo noemde het volk in de middeleeuwen de duivel.[3]
Schrijfwijzen
- Tot 2005 was de spelling Middeleeuwen.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. de periode tussen ongeveer 300 n.Chr. tot 1500 n.Chr.
Gangbaarheid
- Het woord middeleeuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "middeleeuwen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ middeleeuwen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "middeleeuwen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Marijke van Raephorst “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be