boksbaard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boks·baard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boksbaard | boksbaarden |
verkleinwoord | boksbaardje | boksbaardjes |
Zelfstandig naamwoord
de boksbaard m
- (bloemplanten) (medisch) (groente) Tragopogon porrifolius plant uit de composietenfamilie (Compositae oftewel Asteraceae). De soort komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en wordt daar sinds de oudheid als groente gebruikt. In België en Nederland is de soort ingeburgerd
Synoniemen
- haverwortel, armeluisasperge, witte schorseneer, oesterplant, paarse morgenster, keukenmeidenverdriet
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord boksbaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boksbaard" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] boksbaard in het Nederlands Soortenregister N
- [1] boksbaard op Wikidata
- [1] boksbaard op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
Verwijzingen
- ↑ boksbaard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be