goedendag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- goe·den·dag
Woordherkomst en -opbouw
- tw: van Middelnederlands accusatief goeden dach , als groet aangetroffen vanaf 1265 [1] [2][3] [4]
- zn: van Middelnederlands goedendach zn , ironisch gebruik van de begroeting [5] [6]
Tussenwerpsel
goedendag
- groet waarmee men iemand een prettig verloop van het etmaal wenst
- "Goedendag" zei hij wat stijfjes en nam plaats in de treincoupé.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. groet waarmee men iemand een prettig verloop van het etmaal wenst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goedendag | goedendags |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
goedendag m
- (militair) (middeleeuwen) staf die zowel als slag- als steekwapen kan dienen omdat het uiteinde is verzwaard met een ijzeren punt
Wordt bij uitbreiding of vergissing ook wel gebruikt voor de strijdvlegel en de morgenster.- ▸ Die manschappen wachtten, gewapend met gepinde staven (alias goedendags) en pieken, een Franse ruiterij op die zeker ruim 2500 man sterk was.[7]
- ▸ Naast een krijger met een zware en lange plek, die kan in de grond geplant worden, zetten zij er een met een kortere goedendag. Dit wapen bestaat uit een sterke eikenhouten staf, die uitloopt op een dikke knots, waarin een scherpe pin vastgeklemd is met een ijzeren beslagring. De goedendag kan dienen om te stoten en te slaan en de strijders die dat wapen hanteren, worden ofwel juist naast de piekeniers geplaatst, ofwel in de tussenruimte tussen twee piekeniers.[8]
Gangbaarheid
- Het woord goedendag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "goedendag" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[9] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ goedendag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "goedendag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ goedendag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron J. HuyghebaertDe slagorde op het Groeningeveld in: Biekorf., jrg. 91 nr. 1 (1991), Westvlaams Archief, Brugge, p. 45/46
- ↑ Weblink bron J.F. VerbruggenDe Guldensporenslag in: West-Vlaanderen., jrg. 1 nr. 4 (juli 1952), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, St. Pieters-Brugge, p. 113 op
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be