1. hagedissensoort uit de familie Iguanidae (hier: Iguana iguana)
2. worstvormig stootkussen dat op de voorsteven wordt bevestigd
  • le·gu·aan
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hagedis’ voor het eerst aangetroffen in 1623 [1]
  • [1] via Spaans 'la iguana' van Taíno iwana
  • [2] naar [1] vanwege gelijkenis in vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord leguaan leguanen
verkleinwoord leguaantje leguaantjes

de leguaanm

  1. (reptielen) naam voor hagedissensoorten uit de familie Iguanidae  
  2. (scheepvaart) worstvormig stootkussen dat op de voorsteven wordt bevestigd
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.