lease
- lease
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lease | leases |
verkleinwoord | - | - |
- (financieel) (economie) het leasen
vervoeging van |
---|
leasen |
lease
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen
- Ik lease.
- gebiedende wijs van leasen
- Lease!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen
- Lease je?
- aanvoegende wijs van leasen
- Het woord lease staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lease" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lease | leases |
lease
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to lease |
he/she/it | leases |
verleden tijd | leased |
voltooid deelwoord |
leased |
onvoltooid deelwoord |
leasing |
gebiedende wijs | lease |
lease