huurcontract
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- huur·con·tract
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur en contract
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurcontract | huurcontracten |
verkleinwoord | huurcontractje | huurcontractjes |
Zelfstandig naamwoord
het huurcontract o
- huurovereenkomst
- De huisjesmelker liet een heel slordig huurcontract opstellen.
Gangbaarheid
- Het woord huurcontract staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huurcontract" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be