kwekken
- kwek·ken
- klanknabootsing, in de betekenis van ‘het natuurlijke geluid van kikkers maken’ voor het eerst aangetroffen in 1552 [1] [2] [3]
kwekken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwekken |
kwekte |
gekwekt |
zwak -t | volledig |
- (dierengeluid) geluid zoals kikkers, eenden, ganzen en eksters maken
- druk, nodeloos praten van mensen
- Vliegensvlug Bunco spelen en oeverloos kwekken gaan moeiteloos samen. Dat verklaart vermoedelijk de populariteit onder Amerikaanse vrouwen. Hier spelen er 21 miljoen regelmatig Bunco, volgens een onderzoek van Procter & Gamble, dat ook niet als al te serieus moet worden genomen, want de firma was vorig jaar hoofdsponsor van het Wereld Bunco Kampioenschap in Las Vegas. [4]
- [1] kwaken, gakken, kakelen, kwetteren, snateren
- [2] kletsen, beuzelen, kwebbelen, babbelen, kouten, wauwelen, zwammen, palaveren, ratelen, teuten
- Het woord kwekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwekken" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kwekken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kwekken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Margriet Oostveen 17 maart 2007
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be