kwaken
- kwa·ken
- In de betekenis van ‘het natuurlijke geluid van eenden en kikkers maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kwaken |
kwaakte |
gekwaakt |
zwak -t | volledig |
kwaken
- inergatief (dierengeluid) het geluid van een eend of kikker maken
- inergatief (figuurlijk), (informeel) redeloos over iets praten
- Zitten kwaken zonder kennis van zaken.
1. witter
- Het woord kwaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwaken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kwaken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be