• koorts
enkelvoud meervoud
naamwoord koorts koortsen
verkleinwoord koortsje koortsjes

de koortsv / m

  1. (medisch) verhoging van de lichaamstemperatuur
  2. toestand van innerlijke opwinding
    • Toen er in Klondike goud gevonden werd, brak de goudkoorts onder tienduizenden in Amerika uit. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]