Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Elf·ste·den·koorts
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van elf, stad (verwijzing naar de elf steden waarlangs de Elfstedentocht voert) en koorts met het invoegsel -en-
enkelvoud meervoud
naamwoord Elfstedenkoorts -
verkleinwoord Elfstedenkoortsje -

Zelfstandig naamwoord

Elfstedenkoorts

  1. enthousiasme voorafgaand aan of in afwachting van een mogelijke Elfstedentocht
    • De Elfstedenkoorts loopt altijd op als het bestuur van de Friese Elfsteden met de rayonhoofden gaat vergaderen.[1] 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Andere Tijden, De tocht gaat door!, 12 februari 2012