Elfstedenkoorts
- Elf·ste·den·koorts
- Samenstelling van elf, stad (verwijzing naar de elf steden waarlangs de Elfstedentocht voert) en koorts met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Elfstedenkoorts | - |
verkleinwoord | Elfstedenkoortsje | - |
Elfstedenkoorts
- enthousiasme voorafgaand aan of in afwachting van een mogelijke Elfstedentocht
- De Elfstedenkoorts loopt altijd op als het bestuur van de Friese Elfsteden met de rayonhoofden gaat vergaderen.[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Elfstedenkoorts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Andere Tijden, De tocht gaat door!, 12 februari 2012