klierkoorts
- Geluid: klierkoorts (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklirkorts / (2 lettergrepen)
- klier·koorts
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klierkoorts | - |
verkleinwoord | - | - |
- (medisch) ziekte waarbij de lymfeklieren ontstoken zijn door besmetting met een bepaald herpesvirus, het epstein-barrvirus
- Het woord klierkoorts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klierkoorts" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be