kinkhoorn
- kink·hoorn
- In de betekenis van ‘(eetbare) zeeslak’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
- samenstelling van kink en hoorn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinkhoorn | kinkhoorns kinkhoornen |
verkleinwoord | kinkhoorntje | kinkhoorntjes |
- (buikpotigen) Buccinum undatum een in zee levende kieuwslak. Het is een van de grootste huisjesslaksoorten uit de Noordzee. Slechts de noordhoren (Neptunea antiqua) is groter
- gedraaide schelp van zeeslakken
- [1] slakken, weekdieren, dieren
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kinkhoorn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "kinkhoorn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kinkhoorn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).