Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Judas


  • ju·das
enkelvoud meervoud
naamwoord judas judassen
verkleinwoord judasje judasjes

de judasm

  1. (pejoratief) onbetrouwbaar persoon
  2. (bouwkunde) kijkgaatje in een deur
    • Een celdeur met een judas . 
vervoeging van
judassen

judas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judassen
    • Ik judas. 
  2. gebiedende wijs van judassen
    • Judas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judassen
    • Judas je? 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]