• in·gang
enkelvoud meervoud
naamwoord ingang ingangen
verkleinwoord ingangetje ingangetjes

de ingangm

  1. een trefwoord dat te vinden is in een woordenboek
  2. een opening waar iets doorheen kan of waardoor men binnenkomt (toegang); vaak is dit tevens een uitgang
     Ook legde ik een dikke tak voor de ingang van mijn tent met de bedoeling mijn hoofd te beschermen tegen eventuele inrijdende auto’s.[2]
  3. het ingaan, het begin van iets ('ingangsdatum')
  4. (techniek) aansluiting van elektrisch apparaat waar een signaal binnen komt
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. ingang op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be