idee
Niet te verwarren met: Idee |
- idee
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorstelling, denkbeeld’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
- Via het Latijnse idea van het Oudgriekse ἰδέα, wat weer is afgeleid van εἴδω "ik zie". De stam is dezelfde als bijv. in weten en het Latijnse videre. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | idee | ideeën |
verkleinwoord | ideetje | ideetjes |
idee
- o; gedachte, plan
- Het zien van de film bracht hem op een nieuw idee.
- ▸ Het idee om een lange tijd alleen door te brengen trok mij enorm aan, maar vond ik tegelijkertijd doodeng omdat ik geen ervaring had met langdurig alleen zijn.[3]
- ▸ De creativiteit van mijn jeugd kwam weer naar boven. Ik schilderde elke dag en schreef uitgebreide verhalen. Alle ontmoetingen en gesprekken hadden me geïnspireerd en ik zat vol nieuwe ideeën.[3]
- v; (filosofie) een verondersteld basisbeeld
1. gedachte, plan
- Het woord idee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "idee" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "idee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ idee op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
idee
vervoeging van |
---|
idear |
idee