• ba·sis·idee
enkelvoud meervoud
naamwoord basisidee basisideeën
verkleinwoord - -

basisidee v/o

  1. fundamentele gedachte
    • Tegenwoordig zouden we eerder aan een zeer krachtige computer denken, bestaande uit grote reeksen microprocessoren, maar het basisidee is hetzelfde: er zijn grote hoeveelheden getallen, die je alle zou kunnen schrijven als series nullen en enen, welke onder invloed van elkaar evolueren. [1]
  2. leidende gedachte om verder uit te werken
    • De basisidee van het Sleutelplan was het nationaal inkomen in tien jaar tijd met 40 procent te verhogen. [2]
91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]