huwelijksvoorwaarde
- hu·we·lijks·voor·waar·de
- samenstelling van huwelijk zn en voorwaarde zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huwelijksvoorwaarde | huwelijksvoorwaarden |
verkleinwoord |
de huwelijksvoorwaarde v
- (juridisch) (in het meervoud) overeenkomst tussen echtgenoten waarbij bepaalde vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk worden geregeld, bijv. huwelijksvermogensstelsel, een contractuele erfstelling, inbreng van bepaalde goederen, enz.
- Onder de Nederlandse wetgeving is het niet mogelijk aan het begin van een huwelijk af te spreken af te zien van alimentatie.Dat vond hij vreemd, omdat het in zowel zijn als haar geboorteland wel mogelijk is om in de huwelijksvoorwaarden vast te leggen dat niet alleen je vermogen en inkomen niet gedeeld hoeft te worden, maar dat er ook geen alimentatie betaald hoeft te worden. Daar wordt het huwelijk dus juridisch gezien als een zakelijke aangelegenheid waarvan je de gevolgen (bijna) geheel naar eigen inzicht kunt vastleggen.[1]
- Echter, het effect wordt zwaar overschat. Magda Berndsen gaat ervan uit dat door dit voorstel scheidingen te zijner tijd ook eenvoudiger verlopen. Niets is minder waar. Om de standaard-huwelijksvoorwaarden ook effectief te laten zijn, dienen de echtelieden een goede administratie bij te houden. Als het erop aankomt, ingeval van echtscheiding, zullen de echtelieden wel moeten kunnen aantonen wat van wie is.[2]
1. notarieel contract waarin de vermogenspositie van beide huwelijkspartners wordt geregeld
|
- Het woord huwelijksvoorwaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.