honderdachtennegentig

Nederlands

       
0 1 9 8
honderdachtennegentig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·acht·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdachtennegentig

  1. "198", het getal tussen honderdzevenennegentig en honderdnegenennegentig, honderd plus achtennegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdachtennegentig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdachtennegentig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdachtennegentig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdachtennegentig honderdachtennegentigs
verkleinwoord honderdachtennegentigje honderdachtennegentigjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdachtennegentigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 198 is aangeduid
    • Als jij honderdachtennegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdachtennegentig mv

  1. groep van 198 eenheden
    • Die honderdachtennegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid