heroïsche brandweermannen
  • he·ro·isch
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘heldhaftig’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van hero met het achtervoegsel -isch [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heroïsch heroïscher
verbogen heroïsche heroïschere
partitief heroïsch heroïschers -

heroïsch

  1. heldhaftig, dapper
    • - Het kostte meer dan zeventig jaar om de twaalf boekdelen met afmetingen als grafstenen samen te stellen die de eerste uitgave vormden van wat de grote Oxford English Dictionary zou worden. Dit heroïsche, aan de Kroon opgedragen literaire meesterwerk — eerst de New English Dictionary genoemd, maar uiteindelijk de Oxford dito en sindsdien algemeen bekend met zijn beginletters OED werd in 1928 voltooid; in de jaren die volgden verschenen vijf supplementen en daarna, een halve eeuw later, een tweede uitgave, waarin de eerste en alle volgende supplementen tot één nieuw, twintigdelig geheel werden samengevoegd. [3] 
    • - Deze Abu zou mijn gids zijn. Maar eerst stuurde hij me naar binnen voor de introductiefilm. De muziek was meteen wat je verwachtte: heroïsch. Vervolgens kwam de grote man zelf in beeld: Hassan Nasrallah, de baas van Hezbollah die zich waarschijnlijk laat adviseren door reclamebureaus van Madison Avenue, zo geraffineerd getimed is zijn schaarse publieke optreden. [4]  
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]