helling
- hel·ling
- Naamwoord van handeling van hellen met het achtervoegsel -ing. [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | helling | hellingen |
verkleinwoord | hellinkje | hellinkjes |
de helling v
- een glooiing in het landschap
- ▸ Het is de dag voordat de Tour de France de gevreesde helling in de Vogezen aandoet. Liefhebbers klauteren alvast naar adem happend en met knarsende ketting naar boven.[2]
- ▸ Sommige stukken waren lastig, met steile hellingen waardoor het soms wel anderhalf uur duurde om een stuk van twintig meter over te steken.[3]
- hoek van een lijn of vlak met de horizon
- hellend terrein; glooiing
- (scheepvaart) glooiend deel van een werf waar schepen gebouwd of gerepareerd worden
- hellingbaan, hellingbos, hellingmeter, hellingproef, hellingsgraad, hellingshoek, hellingspercentage, hellingwagen
1. een glooiing in het landschap
- Het woord helling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "helling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ helling op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be