Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het handelsrechto

  1. (handel) (economie) vergunning om handel te mogen drijven
    • Tijdens een persconferentie in Leinster House heeft de minister-president van Stabiliteit vanochtend bevestigd dat de Pearl Occident Company de Leasegewesten Overeenkomst van 2028 waarin het Chinese consortium handelsrechten met de stad Cork en de West-Cork Nijverheidszone, beter bekend als de Leasegewesten, werden verleend eenzijdig heeft opgezegd [2] 
  2. (juridisch) privaatrechtelijk rechtsgebied betreffende de rechtspositie van de diverse soorten handelaren, de wijze van handel drijven en handelsconflicten
    • Als we de culturele context maar een beetje kunnen veranderen, zal er wat ruimte komen voor het verstandige hervormingsbeleid dat de atmosferische koolstofgetallen in elk geval de goede kant op stuurt. En overwinnen is aanstekelijk, dus wie weet? Misschien dat over een paar jaar de hier belichte ideeën die nu onmogelijk radicaal lijken - zoals een basisinkomen voor iedereen, de herschrijving van het handelsrecht of de reële erkenning van de rechten van inheemse volkeren om grote delen van de wereld tegen verontreinigende extractie te beschermen - er redelijk of zelfs essentieel zullen uitzien.[3]  
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Mitchell, David Tijdmeters Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema 1988 ISBN 978-90-468-1748-3 pagina 558
  3. Klein, Naomi No time vertaald door Ineke van den Etskamp, Marianne Gaasheek e.a. 2014 ISBN 978-90-445-3376-7 pagina 36