privaatrechtelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privaatrechtelijk (hulp, bestand)
- IPA: /privatˈrɛxtələk/, beklemtoond /priˈvatrɛxtələk/
Woordafbreking
- pri·vaat·rech·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van privaatrecht met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [1]
Bijvoeglijk naamwoord
privaatrechtelijk
- (juridisch) volgens of vallend onder de wetten die de onderlinge verhouding tussen particulieren en hun organisaties regelen
- (juridisch) van of over de studie van de de wetten die de onderlinge verhouding tussen particulieren en hun organisaties regelen
Antoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord privaatrechtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.