Nederlands

 
een mannelijke guppy
Uitspraak
Woordafbreking
  • gup·py
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord guppy guppy's
verkleinwoord guppy'tje guppy'tjes

Zelfstandig naamwoord

de guppym

  1. (straalvinnigen) bepaald soort levendbarend tandkarpertje en aquariumvisje uit Zuid-Amerika, Poecilia reticulata  
    • Zij hebben een aquarium vol met guppy's. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
guppy guppies

Zelfstandig naamwoord

guppy

  1. (straalvinnigen) guppy


Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  guppy     le guppy     guppys     les guppys  

Zelfstandig naamwoord

guppy m

  1. (straalvinnigen) guppy