guppy
- gup·py
- van Engels guppy, een eponiem: genoemd naar de Britse natuuronderzoeker R.J.L. Guppy ; in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1967 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | guppy | guppy's |
verkleinwoord | guppy'tje | guppy'tjes |
de guppy m
- (straalvinnigen) bepaald soort levendbarend tandkarpertje en aquariumvisje uit Zuid-Amerika, Poecilia reticulata
- Zij hebben een aquarium vol met guppy's.
termen uit de aquariumhouderij:
- levendbarende tandkarpers, tandkarpers, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
1. een levendbarend tandkarpertje en aquariumvisje uit Zuid-Amerika
- Het woord guppy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "guppy" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "guppy" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ guppy op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
guppy | guppies |
guppy
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
guppy | le guppy | guppys | les guppys |
guppy m