infusoriën
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: infusoriën (hulp, bestand)
- IPA: / ɪɱfyˈsorijə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- in·fu·so·riën, in·fu·so·ri·en
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud van modern Latijn infusoria, dat zelf weer een leenvertaling van afgietseldiertjes was [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | infusoriën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de infusoriën mv
- (biologie) in het water levende eencellige dieren die van bacteriën leven
- Bij het voederen van net uitgekomen visjes zijn infusoriën erg nuttig.
- ▸ "Het zijn nauwelijks nog fietsen", observeerde Capek, "maar een soort collectief geheel, scholen, zwermen, kolonies fietsen, het geeft de indruk van gekrioel van bacteriën, het gewriemel van infusoriën, het kolken van vliegen."[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
termen uit de aquariumhouderij:
Gangbaarheid
- Het woord 'infusoriën' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ infusoriën op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Hans Olink“Uniformiteit en gemeenschapszin” (15 augustus 1992) op nrc.nl