Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: tetra-


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·tra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tetra tetra's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de tetram

  1. (scheikunde) tetrachloorkoolstof gebruikt als ontvlekkingsmiddel
  2. (straalvinnigen) vis behorende tot één van een aantal soorten karperzalmen die vaak in aquaria worden gehouden
    • Wat voor soort tetra's zijn dat? Neontetra's? 
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen