geodesie
- geo·de·sie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘theoretische landmeetkunde’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Van het Griekse γεωδαισία - geodaisia, "onderdeel van de Aarde"
- afgeleid van het Franse géodésie (met het voorvoegsel geo- en met het achtervoegsel -ie) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geodesie | - |
verkleinwoord | - | - |
de geodesie v
- (wetenschap) een aardkunde die gericht is op de bepaling van de vorm en de afmetingen van de aarde
- Hij studeert geodesie in Groningen.
1.
- Het woord geodesie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geodesie" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "geodesie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ geodesie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /gɛjɔdɛːzɪjɛ/
geodesie v
- (verouderd) (wetenschap) (aardrijkskunde) geodesie; een aardkunde die gericht is op de bepaling van de vorm en de afmetingen van de aarde
- Zie Wikipedia voor meer informatie.