gemaakt
- ge·maakt
vervoeging van: | maken… |
verbogen vorm: | gemaakte |
gemaakt
- voltooid deelwoord van maken
- vormt de voltooide tijden
- Hij heeft het gemaakt.
- ▸ Gelukkig had mijn vrouw daar geen probleem mee omdat ze zelf kort ervoor een lange wandeling naar Santiago de Compostela had gemaakt.[1]
- vormt de lijdende vorm
- Het wordt gemaakt.
- attributief gebruikt
- Dit in China gemaakte product is erg populair.
- ▸ ‘Ik ga wel eerst,’ zei Claude rustig terwijl hij stapje voor stapje in het door eerdere hikers gemaakte voetspoor naar de overkant liep.[1]
- partitief gebruikt
- Iets met de hand gemaakts gaat er altijd wel in bij hem.
- bijwoordelijk gebruikt
- Zijn huiswerk gemaakt, veroorloofde hij zich een computerspelletje te gaan spelen.
- eigengemaakt, gelijkgemaakt, goedgemaakt, handgemaakt, klaargemaakt, welgemaakt, zelfgemaakt, zwartgemaakt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gemaakt | gemaakter | gemaaktst |
verbogen | gemaakte | gemaaktere | gemaaktste |
partitief | gemaakts | gemaakters | - |
gemaakt
- onecht, kunstmatig aandoend, onoprecht
- Zijn optreden is er alleen maar nog gemaakter op geworden.
1.
- Het woord gemaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemaakt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be