fut
- fut
- In de betekenis van ‘energie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1813 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fut | - |
verkleinwoord | - | - |
- de benodigde energie en zin ergens voor
- Hij heeft niet de fut om de afwas te doen.
1. de benodigde energie en zin ergens voor
|
- Het woord fut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fut" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "fut" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- fut
fut