• IPA: /fʊŋktʃɲiː/
  • funk·ční
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord funkce met het achtervoegsel -ční

funkční

  1. functioneel; betrekking hebbend op functies
  2. functioneel; geschikt voor een bepaalde functie


  1. funkcionální
  2. provozuschopný
  1. -
  2. nefunkční, rozbitý