• duf
  • In de betekenis van ‘suf, muf’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dufdufferdufst
verbogen duffedufferedufste
partitief dufsduffers-
98 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[2]