Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·kneed
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen doorkneed
verbogen doorknede
partitief doorkneeds

Bijvoeglijk naamwoord

doorkneed

  1. de capaciteiten hebbend om een bepaalde functie te kunnen vervullen
    • De officiële transformatie van het bedrijf in een industriële participatiemaatschappij, die moet aangeven dat de belangen in bedrijven in principe tijdelijk zijn, heeft op de financiële wereld weinig indruk gemaakt. Ook steeds meer `gewone' bedrijven hebben het portefeuilledenken tot norm verheven. Een onderneming is niet meer of minder dan een portefeuille van werkmaatschappijen, die al naar gelang hun vooruitzichten en de kansen op de bedrijvenmarkt voor verkoop of nieuwe overnames afgestoten, herschikt of aangevuld worden. Zoals sommige mensen hun postzegel- of kunstverzameling beheren. En een doorknede manager gebruikt natuurlijk liever het woord portfolio dan portefeuille.[2] 
    • Roze gelakte nageltjes en rood gestifte lippen. Dat baart opzien op een jazzpodium. Rietblazer Anat Cohen is een perfect verzorgde jonge vrouw met een smetteloze presentatie. Haar zwarte blouse fladdert tijdens het spelen en haar danspassen, als bandgenoten soleren, zijn gevarieerd. Ze spreekt het publiek doorkneed toe en dankt hen vaker dan eens.[3]  
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. doorkneed op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Menno Tamminga 27 augustus 1999
  3. Volkskrant TIM SPRANGERS 18 maart 2013
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be