Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·traind
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: trainen…
verbogen vorm: getrainde

getraind

  1. voltooid deelwoord van trainen
     Vooraf had ik best aardig getraind, maar het vlakke Nederland had mij absoluut niet voorbereid op deze omstandigheden. Zelfs het hoogteverschil kon ik duidelijk aan mijn ademhaling merken.[1]
     De jongen was goed getraind als een atleet, met golven in het iets te lange roodblonde haar en een mond die net zo gevormd was als die van zijn moeder.[2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen getraind getrainder getraindst
verbogen getrainde getraindere getraindste
partitief getrainds getrainders -

Bijvoeglijk naamwoord

getraind

  1. van een persoon: dat hij of zij veel geoefend heeft en goed in staat is de gewenste prestatie te leveren
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be