cis-mineurtoonschaal
- cis-mi·neur·toon·schaal
- samenstelling van cis-mineur en toonschaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cis-mineurtoonschaal | cis-mineurtoonschalen |
verkleinwoord | cis-mineurtoonschaaltje | cis-mineurtoonschaaltjes |
- (muziek) een kleinetertstoonladder met “cis” als grondtoon
- De cis-mineurtoonschaal kent twee varianten: de harmonische en de melodische.
- akkoord, begintoon, finalis, grondtoon, interval, leidtoon, majeur, mineur, stamtoon, toonaard, toongeslacht, toonsoort, tonica
1. een kleinetertstoonladder met “cis” als grondtoon
- Het woord 'cis-mineurtoonschaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.