chromatisch
- Geluid: chromatisch (hulp, bestand)
- chro·ma·tisch
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met halve tonen’ voor het eerst aangetroffen in 1809 [1]
- met het voorvoegsel chromat- en met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | chromatisch | chromatischer | |
verbogen | chromatische | chromatischere | |
partitief | chromatisch | chromatischers | - |
chromatisch
- (muziek) "kleuring" van standaardtreden van een toonladder door incidentele toonverhogingen of - verlagingen
- Een chromatische toonladder doorloopt alle twaalf tonen binnen het octaaf.
- (natuurkunde) met betrekking tot kleurscheidingen
- Chromatische aberratie.
- [1] diatonisch ??, achromatisch
- [1] chromatiek, harmonieleer, toonladder,
- [1], [2] chromaticiteit
1. “kleuring” van standaardtreden van een toonladder door incidentele toonverhogingen of - verlagingen
- Het woord chromatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chromatisch" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "chromatisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ chromatisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be