brem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brem
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands brem / breme mogelijk van Oudnederlands bremo, als deel van plaatsnaam aangetroffen vanaf 1173, in de betekenis van ‘plant’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brem | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) bepaald soort struikvormige plant met opvallende gele bloesem, Cytisus scoparius
- In Bretagne komt veel brem voor.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. bepaald soort struikvormige plant met opvallende gele bloesem, Cytisus scoparius
Gangbaarheid
- Het woord brem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "brem" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] brem in het Nederlands Soortenregister N
- [1] brem op Wikidata
- [1] brem op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ brem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "brem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be