Duitse brem

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Duitse brem    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Duit·se brem

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  Duitse  en brem

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Duitse brem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Duitse brem m

1. (bloemplanten) Genista germanica  een struik, die tot de vlinderbloemenfamilie (Fabaceae of Leguminosae) behoort. De soort komt in bijna geheel Europa voor. De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk afgenomen. De struik komt nog voor bij Nijmegen. Eerder was hij ook beperkt aanwezig op sommige plaatsen in Gelderland en Overijssel en in Limburg aan de grens met Duitsland

Hyperoniemen

• heidebrem, vlinderbloemenfamilie, zaadplanten, fabiden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'Duitse brem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] Duitse brem in het Nederlands Soortenregister N
• [1] Duitse brem op Wikidata
• [1] Duitse brem op "Wilde planten in Nederland en België" ♣