behaard
- be·haard
- pseudodeelwoord afgeleid van haar zn met het omvoegsel be- -d; op te vatten als vervoeging van beharen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1][2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | behaard | behaarder | behaardst |
verbogen | behaarde | behaardere | behaardste |
partitief | behaards | behaarders | - |
behaard
- bedekt met haren
- Hij was een grote, grove vent met behaarde armen en een zware baard.
- ▸ De volgende ochtend stapten vijf behaarde hippies en So it Goes in de camper van de Zwitserse familie. Jesus was er ook bij, een jonge hiker met lang haar, vlassige baard, sandalen en witte kleren.[3]
1. bedekt met haren
vervoeging van: | beharen… |
verbogen vorm: | behaarde |
behaard
- voltooid deelwoord van beharen
- Het woord behaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behaard" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be