Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • brem·blauw·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord bremblauwtje bremblauwtjes

Zelfstandig naamwoord

het bremblauwtjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Polyommatus eroides   een vlinder uit de familie van de Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. Dit taxon wordt ook weleens opgevat als een ondersoort van het vlaggewikkeblauwtje (Polyommatus eros). Het bremblauwtje komt vooral voor in Oost-Europese landen. De waardplant is de hokjespeul
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie