bremraap
- (IPA in voorbereiding)
- brem·raap
- samenstelling van brem zn en raap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bremraap | bremrapen |
verkleinwoord | bremraapje | bremraapjes |
- (bloemplanten) een geslacht Orobanche van ongeveer honderdvijftig tot tweehonderd soorten eenjarige of overblijvende, parasitaire, kruidachtige planten uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae ). De botanische naam Orobanche is afgeleid van het Oudgriekse 'orobos' (= erwt) en 'agchein' (= wurgen). De Nederlandse naam is afkomstig van de grote bremraap die op brem parasiteert. De soorten komen van nature voor op het noordelijk halfrond
- bitterkruidbremraap, blauwe bremraap, centauriebremraap, distelbremraap, gamanderbremraap, grote bremraap, hennepvreter, klavervreter, klimopbremraap, rode bremraap, tijmbremraap, walstrobremraap
- Het woord bremraap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.