boventoon
- bo·ven·toon
- samenstelling van boven en toon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boventoon | boventonen |
verkleinwoord | boventoontje | boventoontjes |
de boventoon m
- (elektrotechniek), (natuurkunde), (muziek) iedere toon die een geheel veelvoud is van de grondtoon
- Een boventoon met een tweemaal hogere frequentie dan een grondtoon, noemt men een octaaf.
- (figuurlijk) belangrijkste,
- ▸ Een mengeling van bezorgdheid en angst voerde de boventoon in haar stem.[1]
- [1] harmonische
- [1] ondertoon
- [1] consonant, disharmonie, dissonant, frequentiespectrum, golfvorm, grondtoon, harmonie, klank, klankkleur, meetrillen, resonantie, vervorming
- de boventoon voeren
boven alles te horen, de toon aaangeven, de meeste invloed hebbend
- Het woord boventoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boventoon" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be