De kop van een blokfluit met
A het blok
B de luchtspleet
C het labium, de lip
Verschillende blokfluiten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blok·fluit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blokfluit blokfluiten
verkleinwoord blokfluitje blokfluitjes

Zelfstandig naamwoord

de blokfluitv / m

  1. (muziekinstrument) een eenvoudig houten blaasinstrument dat recht voor de mond wordt bespeeld
    • Door de constructie van de kop van een blokfluit is het blazen van een toon vrij gemakkelijk. 
    • Met een blokfluit bedoelt men meestal het sopraanmodel. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen