[3] Mannetje in dreighouding
  • bloed·zui·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord bloedzuiger bloedzuigers
verkleinwoord bloedzuigertje bloedzuigertjes

de bloedzuigerm

  1. (medisch) (wormen) benaming voor dieren uit de onderklasse Hirudinea  , waarvan de bekendste soorten zich met zuignappen hechten aan de huid van andere dieren en zich voeden met hun bloed
  2. (pejoratief) iemand die anderen uitbuit, een uitbuiter, uitzuiger
     'Wat voor lul-de-behanger denkt die Becker wel dat hij is!' tierde Benson. 'Dertig miljard eist die lintjesknipper, die juridische bloedzuiger... parasiteren op andermans zuurverdiende centen, dat is het enige wat die klote letseladvocaten kunnen!' tierde Benson.[3]
  3. (reptielen) Calotes versicolor   een hagedis uit de familie agamen (Agamidae)
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]